Pleidooi voor DE VERDEDIGER !

“De opvatting dat je pas verdediger wordt als je niet goed kunt aanvallen is een totaal verkeerde”

Henk Mannes, jarenlang tafeltennistrainer in Dalfsen en Dedemsvaart, schreef een mooie blog waarin hij pleit voor meer verdedigende spelers in onze prachtige tafeltennissport en daar heeft hij hele goede en attractieve redenen voor.

Welke? Lees zijn (longread) verhaal.

Verdedigers: de grootste individualisten en artiesten van onze sport

Bewonderd, beklaagd, gewaardeerd en gevreesd, ja zelfs verwenst: de grootste individualisten en artiesten van onze sport. Tegenwoordig zijn ze helaas bijna niet meer te bewonderen. Het is net als bij sommige dieren bijna een uitgestorven soort geworden: naar schatting 1 op de 25 tafeltennissers speelt verdedigend. Daarom …. een pleidooi voor DE VERDEDIGER!!

Kenmerk van een verdediger

pleidooi-voor-de-verdediger

pleidooi-voor-de-verdediger

Het kenmerk van een goede verdediger is dat hij een vechter en een werker moet zijn. Niets dus voor mensen die een broertje dood hebben aan trainen. Een verdediger moet bovendien nóg een uitzonderlijke gave hebben geduld. Omdat een verdediger ook nog eens de aanval moet kunnen hanteren, geeft deze opsomming dus wel aan hoe moeilijk het is een goede verdediger te worden. Samengevat, je moet:

  1. een vechter en werker zijn;
  2. veel geduld hebben;
  3. ook aanvallende slagen kunnen slaan in combinatie met verdedigen.

Dit is dus veel moeilijker dan alleen maar aanvallen! Stel je voor dat je als jong knaapje een tijdje bij je club speelt en meneer de trainer krijgt het in zijn hoofd om jouw verdedigend te laten spelen. Dat lukt je niet zomaar, maar meestal worden de eerste jaren alleen de basisslagen aangeleerd, waar geen verdedigen in voorkomt.

Knallen om de oren

Enorm veel trainen is nodig, want niet alleen de techniek maar ook de ervaring is belangrijk voor een verdediger. Het is vooral in het begin moeilijk om de moed niet te verliezen, maar te blijven doorgaan met verdedigen en net zolang op deze techniek te trainen tot je er vertrouwen en plezier in krijgt. Met name de eerste maanden zijn vaak zó moeilijk, dat de meesten afhaken en weer “gewoon” gaan spelen.

Waarom zijn die eerste maanden zo lastig? Omdat een aankomende verdediger in het begin bij iedere rally niks anders doet dan proberen de bal terug te brengen. Het te geven effect zal nog minimaal zijn. Resultaat: veel “knallen” om de oren. Met veel kunst- en vliegwerk brengt zo’n speler misschien eens een bal terug, om bij de volgende bal toch het hoofd te moeten buigen. In deze periode zien ook veel binnensmonds gemompelde nieuwe scheldwoorden het levenslicht…

Zelfbeheersing en incasseren

Je moet dus een bijzonder sterke mentaliteit hebben om verdedigend te blijven spelen, het geloof te houden dat het toch het juiste spelsysteem voor jou is. Ook het vermogen om niet met aanvallende slagen te reageren vergt een zelfbeheersing die de meesten van ons nooit zullen bereiken. Je kunt het vergelijken met het incasseren van een klap: dan heb je ook automatisch de neiging om een klap terug te geven! Een verdediger moet zich dus enorm kunnen beheersen.

Omschakelen kost een jaar

De meeste beginners leren bij tafeltennis eerst de basisslagen, zonder extra aandacht voor het verdedigen. Daardoor ontstaat vaak pas na verloop van tijd het idee om over te schakelen en verdediger te worden. Persoonlijk heb ik dit proces twee keer zien plaatsvinden met een prima afloop. Ook bij deze mensen bekroop hen na enkele maanden de twijfel en was het moeilijk om toch door te gaan. Je prestatiecurve laat namelijk een heel duidelijk negatieve spiraal laat zien. Het omschakelen kost je, voordat je echt je draai weer vind, ongeveer een jaar.

Om in dit jaar het zelfvertrouwen te houden en door te gaan ben je waarschijnlijk zelf je grootste tegenstander. Ook heb ik spelers gehad die het na twee maanden niet meer zagen zitten en die weer op hun oude spelsysteem overgingen.

Misvatting

De opvatting dat je verdediger wordt omdat je niet goed kunt aanvallen is een totaal verkeerde. De selecties die van invloed zijn in de keuze om iemand tot verdediger om te scholen, zijn in de eerste plaats door te denken hoe iemand nog verder kan komen! Dan moet worden gekeken of de desbetreffende persoon de nodige eigenschappen heeft en het karakter kan opbrengen om het te volgen traject geheel te doorlopen.

Kentering in prestatiecurve

Wanneer (in overleg) besloten is om het verdedigen aan te leren, moet de trainer/begeleider heel goed de vinger aan de pols houden en vooral na twee tot drie maanden trainen op een behoorlijke dip zijn voorbereid. De uitdaging ligt dan in het feit of je de speler mentaal kunt blijven oppeppen. Na het eerste halfjaar komt er een kentering in de prestatiecurve en klimt de verdediger langzaam maar zeker uit het dal.

Op een gegeven ogenblik leert men ook mentaal met het verdedigen om te gaan. Dit betekent dat je je niet aangeslagen toont als je de meest harde spinballen om je oren krijgt. De factoren vechtlust, geduld en mentaliteit moeten je door deze periode heen slepen. De problemen moeten uiteindelijk bij de tegenstander tevoorschijn komen. Na een aantal malen behoorlijk in de fout te zijn gegaan, durft hij niet meer zo lekker te openen met de spin, wordt voorzichtiger en geeft regelmatig zijn grootste kwaliteit (bv topspinaanval) prijs. De rollen worden dan omgedraaid, onze verdediger krijgt steeds meer vertrouwen en wordt gemotiveerd door het verloop van de partij.

Hoe langer je als verdediger speelt en hoe meer ervaring je hebt, hoe beter je met het verloop van een partij kunt omgaan. Een verdedigende speler kan ook verhoudingsgewijs langer zijn prestatieniveau vasthouden. Dit hangt samen met het feit dat, om goed te kunnen verdedigen, ervaring zeer belangrijk is. Dat tegenwoordig bijna geen speler wordt opgeleid als verdediger ligt behalve aan de trainers ook aan de tijdgeest van nu: alles snel doen, agressief, jezelf geen tijd gunnen.

Wat wil het publiek?

Enkele grote voordelen van een verdediger zijn:

  • Ze staan vaak in het middelpunt van de belangstelling.
  • Ze zijn altijd betrokken bij de meest spectaculaire rally’s.
  • Omdat er zo ontzettend weinig verdedigers zijn is het voor het merendeel van de tegenstanders heel onwennig om tegen te spelen. Vaak weten die niet hoe ze hier mee om moeten gaan.
  • Een taaie verdediger wekt vaak de frustraties van een (ongeduldige) aanvaller op.

Voor het publiek zou het een goede zaak zijn als er een flink aantal verdedigers in de competities zijn opwachting maakt. Ook de tafeltennissport zou er, naar mijn mening, een enorm stuk aantrekkelijker door worden, vooral voor TV-opname en voor sportliefhebbers in het algemeen. De sport wordt veel duidelijker en beter te volgen. Het is vooral voor een buitenstaander enorm spectaculair om een verdediger te zien spelen die op een flink eind van de tafel de ballen op tafel kan terugbrengen. Of dit dan met flink veel backspin, een ballonverdediging of met lange noppen gebeurt zal de tafeltennis-leek een rotzorg zijn, als het maar mooi en spectaculair is om naar te kijken.

Publieke belangstelling

Mijn eigen overtuiging is dat, wil de tafeltennissport echt een breed publiek bereiken en uit het kleine wereldje van tafeltennisbetweters breken, we een rigoureuze ommezwaai moeten maken. Het spel moet bij wijze van spreken ook voor m’n oma te volgen zijn, en de jeugd moet een zodanig spectaculair spel voorgeschoteld krijgen dat velen zich aangetrokken gaan voelen tot het tafeltennis.

De magie van het spel zal er niet door verloren gaan, want de essentie van het spel waardoor bij velen, waaronder ikzelf de passie ontstaat, de effecten, services en diverse spinslagen, blijven nodig. Die worden juist veel zichtbaarder, omdat er meer tijd in de balwisselingen ontstaat. Dit verhoogt de verduidelijking van het spel. Want in wat voor klassen men ook tafeltennist in Nederland, er zit toch maar hoogst zelden wat publiek. Als je dit afzet tegen de trainingsarbeid die verzet moet worden om een bepaald niveau te bereiken, dan gaat er toch ergens iets mis!

De conclusie kan dus zijn dat het publiek niet ziet hoeveel moeite er is geïnvesteerd om een niveau te bereiken waar men nu speelt. Met publiek bedoel ik dan de mensen die niet in het tafeltenniswereldje opgegroeid zijn. De insiders zien echt wel de kwaliteit van het spel. Ter vergelijking: ik denk dat veel tafeltennissers een trainingsarbeid verrichtten die bij veel (zelfs misschien wel prof)voetballers niet zou misstaan. Als je daar de publieke belangstelling tegenover zet, dan is de conclusie dat de tafeltennissport in potentie enorme mogelijkheden heeft mits we dezelfde instelling behouden en, het allerbelangrijkst, het grote publiek bereiken.

Een voetballer traint (misschien) dezelfde tijd, de wedstrijden zijn, uitgezonderd de profs, veel dichterbij en duren bovendien maar een paar uur. Hetzelfde geldt voor hockey, korfbal en diverse andere sporten. Zelden moet er zoveel tijd en moeite worden geïnvesteerd dan door de tafeltennisser. Zelden zit er bij een sport ook zo weinig publiek als bij tafeltennis, en sporten welke nog minder op televisie komen zijn misschien klootschieten, dammen en paalzitten. Om deze tegenstellingen tussen investering en waardering enigszins te dichten is een pleidooi voor de verdedigers een zaak om nog eens goed over na te denken.

Met sportieve groet,
Henk Mannes

p.s.Deze blog is gepubliceerd na schriftelijke toestemming van Henk Mannes.

Aantal keer bekeken: 740

Share

Comments

  1. Henk Mannes zegt

    Passie voor de verdediger is de motivatie voor dit stukje, ‘k heb niet de illusie dat er opeens diverse verdedigers opstaan maar mocht een enkeling zich aangesproken voelen en er de drive voor hebben zou dit prachtig zijn.

    • Hé Henk! En anderen die dit lezen: bij mijn vereniging MTV’14 heb ik verschillende batjes klaarliggen voor mensen die met de tafeltennissport komen kennismaken. Batjes met snel materiaal, met allround materiaal en langzaam materiaal. Oftewel voor aanvallers, allrounders en verdedigers. Ook lange noppen, korte noppen en verdedigend stroef/vlak rubber. En een supersnelle uiteraard voor diegenen die meteen alleen maar willen beuken. Het leuke is dat zoiets meteen al een leuke diversiteit aan spelers/speltypes op ons clubje oplevert. Vanaf het begin mensen de keuzemogelijkheid geven levert dus ook al een mooie diversiteit op. Én mooie rallies, mooi spel :-)!

  2. Schitterend een goede verdediger tegen een aanvaller
    maar er zit ook een min kant aan als je je gaat specialiseren als verdediger
    Namelijk op je oude dag kom je snelheid te kort en is het korte werk aan tafel
    beter te doen mijn inziens.

Speak Your Mind

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.